Aanvaardt de fiscus dan toch tijdelijk het CREG-tarief voor de terugbetaling van thuis getankte elektriciteit?

Het vergoeden van de oplaadbeurten die werknemers met hun elektrische bedrijfswagen thuis doen, bezorgt bedrijven een pak hoofdbrekers. De prijsberekening is een kluwen omdat daarvoor de stroomtarieven van elke individuele werknemer/bedrijfsleider moeten worden gebruikt. Om het rekenwerk te vereenvoudigen, is er een nieuwe regeling op komst.

 

1) Hoe moet de terugbetaling van je oplaadbeurten thuis berekend worden?

 

Als je nog een fossiele bedrijfswagen hebt, dan is het eigenlijk simpel. Het privégebruik daarvan wordt belast als een voordeel van alle aard (VAA). Als je daarnaast ook een tankkaart bij de wagen krijgt, dan is die mee inbegrepen in dat VAA en wordt die dus niet apart belast. Hoeveel je tankt is duidelijk, want het aantal liters en de prijs worden bij elke tankbeurt geregistreerd.

De fiscus is het ermee eens dat ook de elektriciteit waarmee je thuis je elektrische wagen oplaadt onder het VAA valt. De vergoeding voor de stroom die een werkgever aan een werknemer betaalt, wordt dus niet bijkomend belast. Er wordt met andere woorden geen onderscheid gemaakt in fiscale behandeling tussen de terugbetaling van thuis getankte elektriciteit of een tankkaart voor fossiele brandstoffen. Dat geldt voor volledig elektrische auto’s, maar ook voor hybride voertuigen.

Maar er moet dan wel aan een aantal duidelijke voorwaarden worden voldaan.

Zo moet de laadpaal over een communicatiesysteem beschikken dat aan de werkgever kan melden hoeveel elektriciteit verbruikt werd bij het opladen. De oplaadbeurten moeten dus duidelijk gescheiden zijn van het andere elektriciteitsverbruik in de woning van een werknemer/bedrijfsleider.

Een andere belangrijke voorwaarde is dat de terugbetaling moet gebeuren op basis van de werkelijke elektriciteitskosten. In recente rulings heeft de Dienst Voorafgaande Beslissingen van de federale overheidsdienst Financiën daarover een strikt standpunt ingenomen. Om te verzekeren dat de werkelijke kostprijs van de opgeladen elektriciteit wordt terugbetaald, valt men terug op de prijzen die in het elektriciteitscontract van de werknemer/bedrijfsleider vermeld staan.

In principe is een forfaitair tarief niet toegestaan, maar toch zijn er nogal wat bedrijven die in de praktijk al geruime tijd een forfait hanteren. Ze maken met andere woorden de berekening op basis van een gemiddeld elektriciteitstarief. De referentie is in dit geval vaak de boordtabel van de federale energieregulator CREG. Daarin worden maandelijks de gemiddelde prijzen voor elektriciteit opgenomen.

Maar door het standpunt van Van Peteghem was het hanteren van een gemiddeld tarief een risico. De minister heeft in antwoorden op parlementaire vragen meermaals bevestigd dat alleen een terugbetaling op basis van een werkelijk tarief mogelijk was.

 

2) Worden forfaitaire tarieven binnenkort dan toch door de vingers gezien?

 

De minister kondigde aan dat een omzendbrief in de maak is waarin een nieuwe werkwijze wordt uitgetekend. Eerst en vooral heeft hij bevestigd dat de terugbetaling op basis van de werkelijke kosten overeind blijft.

Maar de minister zegt ook wel te begrijpen dat het meten van de werkelijke kosten niet eenvoudig is. Hij stelde vast dat er weliswaar al technologische mogelijkheden zijn om het verbruik bij laadbeurten te meten, maar dat die nog in volle ontwikkeling zijn.

In een overgangsfase zullen de bedrijven daarom dankzij de omzendbrief tijdelijk een forfaitair tarief kunnen gebruiken. Volgens de minister staat in de nieuwe richtlijn ook dat bedrijven voorlopig gebruik kunnen maken van wat hij een specifiek ‘CREG-tarief’ noemt. Over dat tarief kan het kabinet van de minister momenteel nog geen specificaties geven. Daarvoor is het wachten op de omzendbrief. Het is dus nog te vroeg om de vraag te beantwoorden of je geld kan verdienen aan een oplaadbeurt, laat staan om een exacte berekening te maken.

Van Peteghem verwees in zijn antwoord ook naar de mogelijkheid om gebruik te maken van submeters, die het stroomverbruik bij het opladen van een auto apart registreren, maar dat is geen sinecure. Gelukkig bestaan er nog andere technologische oplossingen, zoals innovatieve apps, maar de vraag is welke technologische oplossingen erkend zullen worden in de omzendbrief.