Rijdt straks iedereen verplicht met een elektrische auto? Wat zijn de gevolgen voor je huidige wagen?
De regering zet het licht op groen voor het wetsontwerp van de minister van Financiën dat zorgt voor de vergroening van onze mobiliteit. Met dit wetsontwerp zet minister Van Peteghem drie belangrijke stappen om de omslag te maken naar mobiliteit die beter aansluit op onze levenskwaliteit en om de klimaatambities van ons land kracht bij te zetten.
Zo zullen in de toekomst enkel koolstofemissievrije bedrijfswagens fiscaal aftrekbaar zijn, en zullen zowel particulieren als bedrijven beroep kunnen doen op fiscale stimulansen om thuis of op het werk laadpalen te installeren. Daarnaast wordt ook het mobiliteitsbudget vereenvoudigd, versoepeld en uitgebreid.
1. Eerste luik: aftrekbaarheid bedrijfswagen -> koolstofemissievrije bedrijfswagens worden fiscaal aantrekkelijker dan fossiele varianten
De overheid zal niet tussenkomen in bestaande contracten en elke werkgever, bedrijfsleider zal nog altijd kunnen kiezen voor een benzine- of dieselwagen. De vrije keuze blijft, maar vervuilende bedrijfswagens zullen niet meer kunnen rekenen op een fiscaal voordeel.
· Voor personenwagens op fossiele brandstof aangeschaft voor 1 juli 2023 geldt een overgangsregel: de huidige fiscale aftrekregeling zal van toepassing blijven;
· Voor personenwagens op fossiele brandstof aangeschaft tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 geldt ook een overgangsregel, maar die wordt wel afgebouwd. De aftrekbaarheid wordt in 2025 afgetopt op 75%, 50% in 2026, 25% in 2027 en herleid tot nul in 2028;
· De fiscale aftrek voor koolstofemissievrije personenwagens (incl. auto’s voor dubbel gebruik en minibussen) zal vanaf 2026 afgebouwd worden;
o Aangeschaft vanaf 2026: 100% aftrek;
o Aangeschaft vanaf 2027: 95% aftrek;
o Aangeschaft vanaf 2028: 90% aftrek;
o Aangeschaft vanaf 2029: 82,5% aftrek;
o Aangeschaft vanaf 2030: 75% aftrek;
o Aangeschaft vanaf 2031: 67,5% aftrek;
· Voor hybride bedrijfswagens aangeschaft vanaf 1 januari 2023, zal vanaf die datum de fiscale aftrekbaarheid van benzine- of dieselkosten beperkt worden tot 50%.
2. Tweede luik : aangroei van het aantal laadpalen voor elektrische wagens
Elektrische wagens zonder laadpalen gaat natuurlijk niet. Daarom zal het plaatsen van laadpalen, zowel thuis als op het werk, worden gestimuleerd.
Wie als particulier tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 kiest voor een aankoop en plaatsing van een laadstation thuis, dit geldt zowel voor eigenaars als huurders, zal kunnen rekenen op een belastingvermindering op de investering. Om de versnelling in te zetten, zal de vermindering stelselmatig afgebouwd worden in de tijd.
· Wie deze investering doet tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 zal kunnen rekenen op een belastingvermindering van 45%;
· Dit tarief daalt tot 30% in 2023 en tot 15% in 2024.
Het bedrag waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend en waarop ze wordt berekend, is beperkt tot 1.500,00 euro per laadpaal en per belastingplichtige.
Voor particulieren moet het laadstation wel intelligent zijn (i.c. het kan de laadtijd en laadvermogen sturen) en mag enkel gebruikmaken van groene stroom.
Ondernemingen die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 investeren in een publiek toegankelijk laadstation kunnen rekenen op een verhoogde kostenaftrek. Ook hier wordt de kostenaftrek afgebouwd in de tijd om de versnelling van het aantal laadstations spoedig in te zetten.
· Voor investeringen tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 geldt een aftrekpercentage van 200%;
· Voor investeringen tussen 1 januari 2023 en 31 augustus 2024 geldt een aftrekpercentage van 150%.
Deze laadinfrastructuur moet vrij toegankelijk zijn voor derden, ofwel tijdens de normale openingstijden, ofwel buiten de normale openingstijden.
Voor ondernemingen die een koolstofemissievrij vrachtwagen (in nieuwe staat) aanschaffen, een tankinfrastructuur voor waterstof of een elektrisch laadstation installeren, zal een verhoogde investeringsaftrek gelden. Het tarief bedraagt 35% in 2023, 29,5% in 2024, 24% in 2025, 18,5% in 2026 en 13,5% in 2027.
3. Derde luik: de vereenvoudiging van het mobiliteitsbudget
Onderstaande nieuwigheden komen binnenkort ook in aanmerking voor het mobiliteitsbudget:
· Kosten voor financiering (bv. fietsleningen), stallingkosten en kosten voor niet-verplichte uitrusting die de veiligheid en zichtbaarheid verhogen bij zachte mobiliteit;
· Ook ‘elektrische voortbewegingstoestellen’, zoals elektrische steps, worden gezien als zachte mobiliteit;
· Abonnementen voor het openbaar vervoer van inwonende gezinsleden van de werknemer, omdat vandaag bijvoorbeeld de kinderen vaak met de bedrijfswagen naar school worden gebracht;
· Parkeerkosten die gepaard gaan met het gebruik van het openbaar vervoer;
· Voetgangerspremie voor de verplaatsing tussen thuis en het werk;
· De radius voor het in aanmerking komen van huisvestingkosten wordt uitgebreid tot 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling. Ook kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen tellen voortaan mee.