De stijging van de zee als argument aanhalen om de afschrijvingen op een onroerend goed te verwerpen
Tweede verblijven aan de kust in handen van een vennootschap zijn vaak een bron van geschillen met de fiscus. In deze zaak ging het over een vennootschap met een appartement in De Haan, waarbij de investeringskosten werden afgeschreven.
Het klassieke argument werd gebruikt dat het appartement wel degelijk een investering is, omdat op termijn een meerwaarde realiseerbaar is. Na een fiscale controle verwerpt de fiscus die afschrijvingen.
In het bericht van wijziging staat te lezen: "Het is niet omdat de waarde van het onroerend goed vandaag hoger is dan bij de aankoop, dat dat nog altijd het geval zou zijn bij een mogelijke verkoop in de toekomst".
De zeer bizarre redenering van de ambtenaar in kwestie was: "De klimaatverandering voorspelt dat de zeespiegel met minstens een meter zal stijgen waardoor het onroerend goed zelfs niet meer bewoonbaar zal zijn".
Indien dit een overheidsstandpunt zou zijn, moet er een plan komen om de kust te evacueren. Misschien moeten kustbewoners dan een jacht kopen?
Of het argument van de klimaatopwarming in bezwaar of voor de rechtbank overeind blijft, zou ongeloofwaardig zijn. Maar deze zaak illustreert wel dat fiscale controles almaar vaker in een conflictmodus verlopen, waarbij een zekere vorm van verzuring en cynisme merkbaar is.