Formulieren (de vorm) worden fiscaal belangrijker dan de inhoud?
We gaan terug naar de boeren, waar één strijdpunt van de boerenprotesten de hele maatschappij zou moeten omarmen, en dat zijn de zware administratieve lasten. Steeds meer moet een belangrijk deel van de productieve tijd worden opgeofferd aan formulieren en dat is volledig verkeerd.
Zo werd op 14 maart 2024 een bijlage (formulier 270 MLH) in het Staatsblad geformuleerd dat verplicht toegevoegd moet worden aan de aangifte personenbelasting, aan de vennootschapsaangifte of aan de aangifte rechtspersonenbelasting. Een boer die veertig percelen pacht, moet dus veertig formulieren invullen. Doet hij dat niet, dan is de huur niet aftrekbaar.
De fiscus wil met deze formulieren kunnen controleren of de verhuurders hun huurinkomsten correct aangeven, maar meestal heeft ze die informatie al. Bijna alle huurovereenkomsten worden immers geregistreerd. Met een efficiënte doorstroming van informatie zou de controleur die ter beschikking moeten hebben. Blijkbaar is die efficiëntie er niet en schuift de overheid haar kerntaak weer door naar de belastingplichtige.
Dit formulier is tevens gebruiksonvriendelijk. Het is een invulformulier waar gegevens moeten vermeld worden die moeten worden opgevraagd, zoals het nationaal nummer (GDPR-proof?). Wat als de verhuurder is overleden? Huurders moeten dan de erfgenamen gaan opsporen en de gegevens verzamelen. Men kan ook maar twee verhuurders per pand vermelden, vanaf de derde moet een extra bijlage worden toegevoegd. Kafka is nooit ver weg.
Ook nieuw sinds dit jaar is het verplicht in te vullen formulier voor personen die onderworpen zijn aan de kaaimantaks.
Laat het duidelijk zijn dat bij een stijgende bureaucratisering het geen toeval meer is dat er meer en meer rechtspraak over ontstaat. Gelukkig hechten de rechters steeds minder belang aan de vorm (het formulier) en laten ze de inhoud ( is de huur belast) primeren.