Gaan de vennootschappen aangepakt worden?
Het aantal managementvennootschappen is in vijf jaar bijna verdubbeld. Bekeken door een fiscale bril is zo een vennootschap niet meer dan een katalysator die toelaat arbeidsinkomsten om te zetten in vermogensinkomsten. Daarin schuilt een belangrijk deel van de aantrekkingskracht, zeker bij de betere verdieners. De keerzijde van de medaille is dat de fiscale en sociale inspectiediensten zich soms in duizend bochten wringen om deze vennootschappen aan te pakken.
Als je weet dat de belastingdruk voor een goed verdienende werknemer tegen 60% aanschurkt, kan je begrijpen dat hogere kaderleden graag een managementvennootschap oprichten waarbij ze dan geen loon meer krijgen maar gaan factureren. Met een vennootschap kan je gebruik maken van een aantal fiscale regimes: een verlaagd tarief van 20% vennootschapsbelasting, verlaagde roerende voorheffing van 15%, liquidatiereserve tegen een tarief van 10%, met na 5 jaar uitkering tegen 5% of zelfs 0% bij ontbinding,… .
Indien je de juiste keuzes maakt, kom je aan een belastingdruk van minder dan 35%. Fiscale walhalla want een tarief van 35% staat in schril contrast met de belastingdruk die op arbeid rust die niet via een managementvennootschap verloopt. De keuze voor de vennootschap kan dus leiden tot een heel andere belastingdruk, zelfs als eenzelfde soort arbeid wordt verricht en eenzelfde vergoeding wordt toegekend.
Om dit fenomeen van de vervennootschappelijking aan te pakken bestaan er theoretische oplossingen, maar dan komen we tot de kern van de ziekte waarmee onze wetgever kampt. Wie managementvennootschappen aanvalt, voert hetzelfde discours als de tegenstanders van de vele andere fiscale en parafiscale rariteiten waarmee de arbeidsfiscaliteit doorspekt is. Naast de vele atypische verloningsvormen, zijn er ook bijzondere regimes voor kunstenaars, brandweerlieden, verenigingswerkers, deelnemers aan de deeleconomie, auteurs, burgemeesters en flexi-jobbers.
Op den duur heeft bijna iedereen een leuk hebbeding en dat pak je niet zomaar af. Ooit zullen er fundamentele hervormingen komen, maar in afwachting daarvan raden wij iedereen aan die het kan, te werken via een managementvennootschap.