Is de rulingdienst streng voor meerwaarden op cryptomunten?
Het jaarverslag van de rulingdienst over 2022 bevat diverse casussen waaruit blijkt dat meerwaarden uit de verkoop van bitcoins of andere cryptomunten ofwel belast worden als diverse inkomsten aan 33% ofwel belast worden als beroepsinkomsten, doorgaans aan 50%.
In een eerste casus had de aanvrager de voorbije jaren 40% van zijn roerend vermogen in cryptomunten geïnvesteerd. Volgens de rulingdienst kan er geen sprake zijn van een normaal beheer van een privévermogen. In een vergelijkbaar tweede casus had een student zijn volledig roerend inkomen in cryptomunten geïnvesteerd. In beide gevallen werden de meerwaarden belast aan 33%.
Maar ook met een relatief laag bedrag dat geïnvesteerd wordt in cryptomunten, is de belastingvrijstelling niet meer zeker. In een derde casus verrichtte de aanvrager dagelijkse meerdere aan- en verkopen van bitcoins. Gelet op de frequentie van de verrichtingen, kan er in de ogen van de rulingdienst geen sprake zijn van normaal beheer, maar enkel sprake van beroepsinkomsten. De betrokkenheid van de belastingplichtige ging hier veel verder dan in de eerste twee gevallen. Hij deed immers aan mining van bitcoins.
De rulingdienst bevestigt de vrijstelling voor normaal beheer enkel in die gevallen waarin slechts een bescheiden bedrag (in verhouding tot het totale vermogen) geïnvesteerd wordt, en het aantal verrichtingen beperkt blijft.