Moet je vanaf 1 januari 2025 je bestaande contracten aanpassen om je persoonlijke aansprakelijkheid te vermijden?
Als bestuurder of zelfstandige dienstverlener doe je waarschijnlijk heel wat zaken in naam en voor rekening van de vennootschap, je ondertekent contracten, voert ze uit en ziet toe op de naleving ervan door de contractpartij van de vennootschap.
Bij de uitvoering van een contract aangegaan door de vennootschap, word je juridisch beschouwd als de "uitvoeringsagent", je geniet daarbij momenteel van de "quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent". Als je een fout maakt bij de uitvoering van zo’n contract, kan de contractpartij van de vennootschap je daarvoor in principe niet persoonlijk aansprakelijk stellen.
Binnenkort wordt deze "quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent" afgeschaft. Je principiële bescherming tegen vorderingen ingesteld door contractpartijen van de vennootschap valt dus weg. Dit heeft uiteraard gevolgen voor jou als bestuurder of zelfstandige dienstverlener.
Wat verandert er dan?
Met de nieuwe regels kunnen contractpartijen bestuurders of zelfstandigen direct aansprakelijk stellen voor fouten bij de uitvoering van contracten. Dit geeft schuldeisers de mogelijkheid om schade te verhalen op de uitvoeringsagent naast de vennootschap.
Voorbeeld: stel dat bestuurder Luc namens Peer BV (een vennootschap) een contract sluit om peren te leveren. Als Peer BV de leveringsverplichting niet nakomt door een mislukte oogst, blijft Luc beschermd. Maar als Luc de peren liet vallen en daardoor Peer BV niet kon leveren, kan Luc wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.
Hoe zich beschermen?
Ondanks de ruimere aansprakelijkheid zijn er belangrijke beschermingsmechanismen:
1) Contractuele afspraken: in het contract tussen de vennootschap en de derde partij kan worden bepaald dat de bestuurder of dienstverlener niet persoonlijk aansprakelijk is.
2) Verweermiddelen van de vennootschap: bestuurders en zelfstandigen kunnen zich beroepen op dezelfde juridische argumenten of clausules als de vennootschap.
3) Eigen contract: uitvoeringsagenten kunnen zich ook beroepen op afspraken in hun contract met de vennootschap.
Er zijn echter uitzonderingen: bij opzettelijke fouten of schade aan fysieke of psychische integriteit kan aansprakelijkheid niet worden uitgesloten. Ook mag een vennootschap haar bestuurders niet vooraf vrijwaren van aansprakelijkheid.
Conclusie
De afschaffing van de quasi-immuniteit verhoogt het risico op persoonlijke aansprakelijkheid bij fouten die buitencontractueel zijn. Hoewel er manieren zijn om deze aansprakelijkheid te beperken, vraagt de wetswijziging om een grondige herziening van alle contracten. Dit geldt ook voor bestaande overeenkomsten, aangezien de nieuwe regels hierop van toepassing zullen zijn. Goede voorbereidingen, zoals het opnemen van beschermende clausules, zijn essentieel om de impact van de nieuwe wetgeving te minimaliseren.