Nieuwe verplichtingen indien de vennootschap je huur betaalt?
Wanneer een natuurlijke persoon een onroerend goed verhuurt, is de belasting verschillend naargelang het al dan niet zakelijk gebruik van dat onroerend goed. Bij een goed dat voor de uitoefening van een beroepsactiviteit van de huurder gebruikt wordt, is de belastbare grondslag bij de verhuurder gelijk aan de huurprijs min de forfaitaire kosten. Gaat het om niet-zakelijk gebruik, is de belastbare grondslag slechts gelijk aan het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met 40 procent.
In veel gevallen is zakelijk gebruik van huurwoningen contractueel verboden. Verhuurders willen daarmee een zwaardere belasting vermijden. Soms doen huurders het toch: beroepsgebruik tegen de afspraken met de verhuurder in. De controle daarvan verloopt echter niet efficiënt. Een controleur die een huurkost vaststelt bij een huurder, moet een fiche opstellen en overmaken aan de controle die bevoegd is voor de verhuurder. De wetgever wil nu dat hele proces automatiseren, en daar horen bijkomende informatieverplichtingen voor huurders bij.
Vanaf aanslagjaar 2024 zullen huurders verplicht zijn heel wat gegevens te vermelden in een bijlage bij hun aangifte: de huur, eventuele huurvoordelen, het adres van het onroerend goed of de onroerende goederen, en het bedrag dat zij als werkelijke beroepskost inbrengen. Die nieuwe aangifteplicht geldt voor alle huurders, ongeacht of ze onderworpen zijn aan de personenbelasting, vennootschapsbelasting of rechtspersonenbelasting. Ook de identiteit van de verhuurder, zijn naam en adres en desgevallend het identificatienummer van het Rijksregister of van de KBO moet worden meegedeeld.
Voor belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de personenbelasting (of belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen), en die huren, geldt die verplichting enkel wanneer ze hun werkelijke beroepskosten bewijzen. Niet iedere huurder is dus onderworpen aan de nieuwe aangifteverplichting, althans in de personenbelasting: vennootschappen en andere rechtspersonen die huren, moeten de bijlage altijd invullen.
We kunnen ook veronderstellen dat de verplichting niet geldt voor telewerkende huurders die de kosten voor een bureau thuis inbrengen, maar daar wordt in de memorie van toelichting niet op ingegaan.
Bij niet-aangifte zijn de huurprijs en de kosten voor eventuele toegekende huurvoordelen niet aftrekbaar als beroepskosten, ook als de huurovereenkomst kosteloos is geregistreerd omdat het gaat om een onroerend goed dat uitsluitend bestemd is voor de huisvesting van een gezin.