Ook in 2021 milde toepassing 80 %-grens voor aanvullende pensioenen bedrijfsleiders?
In een circulaire van 14 december 2020 had de fiscus al aangegeven dat om te beoordelen of de bezoldigingen regelmatig en ten minste om de maand worden betaald of toegekend, men geen rekening hoeft te houden met de maanden waarvoor de bedrijfsleider zijn bezoldiging heeft stopgezet en als tijdelijke maatregel in het kader van de crisis door covid-19 een overbruggingsrecht kan genieten.
De fiscus verduidelijkt nu dat dezelfde mildheid wordt toegepast wanneer de bedrijfsleider een lagere bezoldiging verkrijgt omdat de onderneming bijvoorbeeld is overgeschakeld op een andere manier van werken waardoor haar nettowinst vermindert. Denken we bijvoorbeeld aan een vennootschap die verplicht werd de uitbating van een restaurant te staken en is overgeschakeld naar het bereiden van afhaalmaaltijden. Hetzelfde geldt wanneer de bedrijfsleider een lagere bezoldiging verkrijgt en daarnaast ook een voordeel van alle aard behoudt of wanneer de bedrijfsleider enkel een voordeel van alle aard overhoudt.
Spijtig dat er in deze circulaire niets geregeld is voor zelfstandigen die een aanvullend pensioen opbouwen in het POZ-stelsel. Ook voor hen had de fiscus beter enige mildheid tot de 80%-grens getoond.