Te hoge stortingen in je aanvullend pensioen best vermijden?
Met het fiscale langetermijnsparen kan je jaarlijks tot maximum € 2.350,00 beleggen in een spaar- of beleggingsverzekering. Op de betaalde premies kan je een belastingvermindering van 30% genieten via je aangifte personenbelasting. De minister van Financiën zou (nog geen wet) dit voordeel dus willen afschaffen voor nieuwe contracten die vanaf 2024 worden gesloten. Reeds bestaande contracten zouden het voordeel blijven genieten.
Maar vaak is dat bedrag van € 2.350,00 ook al te veel, aangezien de maximale premie die je fiscaal een belastingvermindering oplevert, afhankelijk is van je zogenaamde fiscale korf. De ruimte die beschikbaar is binnen je fiscale korf hangt af van je netto beroepsinkomen.
Betaal zeker niet meer dan je mag. Zodra je immers één premie van je levensverzekering hebt vermeld in je aangifte personenbelasting, zal de fiscus de eenmalige taks heffen van 10% op je 60ste verjaardag. Wie dus teveel premies betaalde, zal ook 10% taks moeten betalen op de premies die geen fiscaal voordeel hebben opgeleverd. Premies die je na je 60ste verjaardag stort worden niet meer onderworpen aan de taks van 10%, maar leveren je wel nog een belastingvermindering op.
Ook voor te hoge stortingen (IPT-premies) in je tweede pensioenpijler is het opletten. Het betreft hier de pensioenopbouw via de werkgever of via je eigen vennootschap. Stortingen in zo'n aanvullend pensioen zijn fiscaal aftrekbaar binnen de 80%-regel. Die bepaalt dat het wettelijk en het aanvullend pensioen op de pensioenleeftijd samen niet meer mogen bedragen dan 80% van het laatste loon.
De aanbieders van die plannen zien erop toe dat de jaarlijkse stortingen in het plan de 80%-regel volgen. Wie meer in zijn plan stort, wordt door de fiscus gestraft voor die overschrijding. De voorbije jaren (en nu nog) zijn de controles op die regel fors opgevoerd, vooral voor zelfstandige bedrijfsleiders die zo'n aanvullend pensioen opbouwen. Die 80%-regel staat immers op de shortlist van prioritaire controle domeinen van de fiscus, te meer door de bijsturing van enkele standpunten over die 80%-regel. Die nieuwe standpunten leidden dikwijls tot verwarring en discussies en tot een snellere overschrijding van de 80%-grens.
Juiste berekeningen maken is geen exacte wetenschap en hangt van veel parameters af, maar de boodschap is op je hoede te blijven en overschrijdingen te voorkomen.