Wordt de inzage in het UBO-register (tijdelijk) beperkt of juist uitgebreid?

Het UBO-register, dat voor alle bedrijven en vzw’s de namen bevat van de personen die de touwtjes in handen hebben, maar ook hun geboortejaar en maand, hun nationaliteit en het aangehouden percentage van hun aandelen, is door een arrest van het Europees Hof van Justitie tijdelijk niet meer raadpleegbaar voor het grote publiek. Volgens het Hof is de uitbreiding naar het grote publiek ongeldig en vormt ze een ernstige inmenging in het fundamentele recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens (blootstelling aan personen met slechte bedoelingen zoals chantage, afpersing of ontvoering).

Op basis van dit arrest heeft de FOD Financiën besloten de toegang tot het register voor het grote publiek tijdelijk onmogelijk te maken, aangezien aanvullende maatregelen nodig zijn om erover te waken dat wie de gegevens wil raadplegen dat op een evenredige manier doet in het kader van de anti-witwasrichtlijn.

Het Hof trekt hiermee een streep onder de publieke consulteerbaarheid van het UBO-register, maar niet onder het UBO-register zelf. De fiscale administratie en andere bevoegde autoriteiten alsook de meldingsplichtige entiteiten kunnen het UBO-register wel nog blijvend raadplegen.

Heden kan de fiscus enkel tijdens een lopende controle inzage nemen in het UBO-register. Een verruiming van de toegang van de fiscus tot het UBO-register in het kader van datamining wou men invoeren maar werd uiteindelijk door de Gegevensbeschermingsautoriteit tegengehouden. Een lopende controle is immers niet hetzelfde als nieuwe controles in gang zetten.

Moet het doel van het UBO-register niet liggen in het bestrijden van witwassen en terrorisme en niet in het voeren (uitlokken) van fiscale controles?